Er is een discussie gaande over de mogelijke aanwezigheid van een bever in Leiderdorp. Feit is dat er knaagsporen zijn aangetroffen.
Rond 1826 werd in Nederland de voorlopig laatste bever gezien. De moerasbossen in onze delta waren ooit het leefgebied van de bever. De bever botste met de mens door verschillende beheerpraktijken en werd uiteindelijk verdreven door kapwerk en droogleggingen.
Bevers voeden zich in de zomer met kruidachtige planten en in de winter met twijgen en schors van zachte houtsoorten. Ze knagen hele bomen om takken te bereiken en laten karakteristieke knaagsporen achter.
Knaagsporen duiden op de mogelijke nabijheid van een bever. Er zijn verschillen tussen de knaagsporen van bevers en muskusratten, onder andere in de breedte van de tanden. Geurmerkhoopjes en platgelopen paadjes kunnen ook wijzen op de aanwezigheid van bevers.
In 1988 is de bever opnieuw uitgezet in de Biesbosch en floreert daar. Er zijn recentelijk ook sporen van een bever in Alphen aangetroffen, wat de mogelijkheid vergroot dat er ook een bever in de regio Leiderdorp is.
We kijken vol verwachting uit naar de mogelijke aanwezigheid van beverburchten en -dammen in Leiderdorp, en of dit gebied geschikt is voor een bevergezin om zich te vestigen.
De aanwezigheid van knaagsporen en de migratiegedrag van jongvolwassen bevers pleiten voor de spannende mogelijkheid van een bever in Leiderdorp!